ECLI:NL:HR:2011:BQ3898
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vervangende toestemming voor afgifte paspoort ten behoeve van minderjarige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot vervangende toestemming voor de afgifte van een paspoort voor een minderjarige. De vader, verzoeker tot cassatie, heeft het beroep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, die op 20 mei 2010 was gegeven. De moeder, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat van de vader was mr. P.H.J. Körver en de advocaat van de moeder was mr. K.B. Larooij.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank Zwolle-Lelystad en het gerechtshof, die aan de zaak ten grondslag liggen. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens de Hoge Raad behoefde dit geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vader verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, die de beschikking heeft voorgelezen.