ECLI:NL:HR:2011:BQ3653
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Arnhem
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 28 september 2009, met nummer 21/002957-08. De verdachte, geboren in 1983 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.J. Weldam, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 09/04070. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en sluit de mogelijkheid van cassatie af.