ECLI:NL:HR:2011:BQ3010
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen meerdere arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 juni 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat was ingesteld door een groep eisers tegen meerdere arresten van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat Mr. P.J.L.J. Duijsens, hadden cassatieberoep ingesteld tegen drie arresten in de zaken met de rolnummers 105.000.986 en 105.000.987, en vier arresten in de zaak met rolnummer 105.000.502. De Hoge Raad oordeelde dat de goede procesorde zich verzet tegen het indienen van een cassatieberoep tegen deze arresten bij één en hetzelfde exploot van dagvaarding, omdat de arresten niet waren gewezen tussen dezelfde partijen en er geen voeging wegens verknochtheid was bevolen. Dit leidde tot de conclusie dat de eisers niet ontvankelijk waren in hun beroep.
De Hoge Raad verklaarde de eisers niet-ontvankelijk in hun cassatieberoep en veroordeelde hen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweersters op nihil waren begroot. De uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en de noodzaak om cassatieberoepen op de juiste wijze in te dienen, met inachtneming van de relevante procesregels. De zaak illustreert ook de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsgang en het handhaven van de procedurele regels in civiele zaken.