ECLI:NL:HR:2011:BQ2801

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01576
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over echtscheiding en verdeling van goederen met betrekking tot kosten deskundige

In deze zaak gaat het om een cassatieverzoek van de man, die in het kader van een echtscheiding en de verdeling van goederen in beroep is gegaan tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank en het gerechtshof. De man heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikkingen van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de man niet ontvankelijk werd verklaard in zijn beroep tegen de beschikking van 29 juli 2009 en het beroep tegen de beschikking van 13 januari 2010 werd verworpen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, die aan deze beschikking zijn gehecht. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend, en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de man in zijn beroep voor zover dit is gericht tegen de beschikking van het hof van 29 juli 2009. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en spreekt de beschikking uit op 9 september 2011.

Uitspraak

9 september 2011
Eerste Kamer
10/01576
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak FA RK 06-486 van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 november 2006, 30 oktober 2007 en 1 juli 2008;
b. de beschikkingen in de zaak 200.016.859/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 juli 2009 (tussenbeschikking) en 13 januari 2010 (eindbeschikking).
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikkingen van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de man in zijn beroep voor zover dit is gericht tegen de beschikking van het hof van 29 juli 2009, en tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO voor zover dit is gericht tegen de beschikking van het hof van 13 januari 2010.
De advocaat van de man heeft bij brief van 6 mei 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 september 2011.