ECLI:NL:HR:2011:BQ1773
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor brandschade en bewijswaardering in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aansprakelijkheid voor brandschade. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.J.W. Alt, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de wijziging van de grondslag van de vordering in een akte na enquête in appel als tardief kan worden aangemerkt, en of dit in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Alkmaar en arresten van het hof, die aan deze uitspraak zijn gehecht.
De advocaat-generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten die in het middel zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelt dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van verbintenissenrecht en aansprakelijkheid.