ECLI:NL:HR:2011:BQ0594

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00364
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging arbitraal vonnis door de Hoge Raad

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Coöperatieve Vereniging Maasmond Westland U.A. tegen een vonnis van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 14 oktober 2009 een arbitraal vonnis gewezen, waartegen Maasmond cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank van 13 mei 2009 en 14 oktober 2009, die aan het arrest zijn gehecht. De advocaat van Maasmond, mr. J. van Duijvendijk-Brand, heeft het beroep toegelicht, terwijl de advocaat van de verweerder, mr. E. van Staden ten Brink, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft eveneens geadviseerd om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft Maasmond in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 1.256,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

20 mei 2011
Eerste Kamer
10/00364
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
COÖPERATIEVE VERENIGING MAASMOND WESTLAND U.A.,
gevestigd te De Lier,
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. J. van Duijvendijk-Brand en mr. M.E.M.G. Peletier,
t e g e n
[Verweerder], handelende onder de naam [A],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. E. van Staden ten Brink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Maasmond en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissen in de zaak 247580/HA ZA 08-824 van de rechtbank Utrecht van 13 mei 2009 en 14 oktober 2009.
De vonnissen van de rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank van 14 oktober 2009 heeft Maasmond op de voet van art. 398, aanhef en onder 2°, Rv. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Maasmond in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.256,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 20 mei 2011.