ECLI:NL:HR:2011:BP9995
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over uitvoerbaar bij voorraad verklaard ontruimingsvonnis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een uitvoerbaar bij voorraad verklaard ontruimingsvonnis. De eiseres, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 22 december 2009 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen, waaronder het vonnis van de voorzieningenrechter te Breda van 11 augustus 2009. De Gemeente Drimmelen en het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Drimmelen waren de verweerders in cassatie, maar zijn niet verschenen. De zaak werd toegelicht door de advocaat van de eiseres, mr. R.K. van der Brugge.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het beroep te verwerpen, met toepassing van artikel 81 RO. De advocaat van de eiseres heeft hierop gereageerd met een brief op 1 april 2011. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiseres verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.