ECLI:NL:HR:2011:BP9042
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Causaal verband tussen onrechtmatige daad en schade in verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een eerder arrest van het gerechtshof te Arnhem. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A.M.A. Sluysmans, had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 17 maart 2009 was gewezen. De zaak betrof een geschil over de vraag of er een causaal verband bestond tussen de onrechtmatige daad en de geleden schade, een belangrijk aspect binnen het verbintenissenrecht. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van de eiseres niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op € 3.131,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept het belang van een duidelijk causaal verband in zaken van onrechtmatige daad.