ECLI:NL:HR:2011:BP8988
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in cassatie inzake correctienota's en boetenota's opgelegd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 juli 2010, met nummer 09/3448 CSV. Deze uitspraak volgde op een hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Arnhem, die het nummer AWB 08/4997 droeg. De kwestie betrof de correctienota's en boetenota's die aan belanghebbende waren opgelegd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voor de jaren 2003, 2004 en 2005. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de appellant. Dit besluit houdt in dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven, en dat de appellant geen verdere rechtsmiddelen meer kan aanwenden in deze zaak. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt en de rol van de Hoge Raad als hoogste rechtscollege bevestigt.