ECLI:NL:HR:2011:BP8826
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging alimentatieverplichting op grond van de Wet beëindiging alimentatieverplichting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van een alimentatieverplichting. De man, wonende in Italië, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De vrouw, die in deze procedure als verweerster optreedt, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De zaak betreft een verzoek tot beëindiging van de alimentatieverplichting op basis van artikel II lid 2 van de Wet beëindiging alimentatieverplichting (WLA). De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de man eerder in de procedure heeft verzocht om beëindiging van de alimentatieverplichting. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft.