ECLI:NL:HR:2011:BP8800

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00167
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep in cassatie tegen beslissing van de Rechtbank inzake art. 38s Sr

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie tegen een beslissing van de Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof te Arnhem. De veroordeelde had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Rechtbank inzake de toepassing van artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelt dat, gelet op artikel 509gg, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, beroep in cassatie tegen deze beslissing niet mogelijk is. Dit betekent dat de veroordeelde niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beroep.

De zaak is behandeld op 26 april 2011, waarbij de Hoge Raad de conclusie van de Advocaat-Generaal Jörg heeft gevolgd. De veroordeelde, geboren in 1957 en wonende te [woonplaats], had zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M. Oparyk. De Hoge Raad heeft in zijn arrest duidelijk gemaakt dat de wet geen mogelijkheid biedt voor cassatie in deze specifieke situatie, waardoor de veroordeelde niet kan worden ontvangen in zijn beroep.

De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt, vooral in zaken die betrekking hebben op de toepassing van specifieke strafrechtelijke artikelen. De beslissing benadrukt de noodzaak voor veroordeelden om zich bewust te zijn van de juridische mogelijkheden en beperkingen die hen ten aanzien van cassatie ter beschikking staan.

Uitspraak

26 april 2011
Strafkamer
nr. 10/00167
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een beslissing van het Gerechtshof te Arnhem, Penitentiaire Kamer, van 15 december 2009, nummer P 09/0321, in de strafzaak tegen:
[Veroordeelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft mr. M. Oparyk, advocaat te Leerdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de veroordeelde niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Penitentiaire Kamer van het Hof heeft de veroordeelde niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep tegen de beslissing van de Rechtbank inzake de toepassing van art. 38s Sr. Tegen deze beslissing is beroep in cassatie, gelet op art. 509gg, tweede lid, Sv niet mogelijk, zodat de veroordeelde in dit beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 26 april 2011.