ECLI:NL:HR:2011:BP6297
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beëindiging uitkering op grond van de WWB
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 7 september 2010. Het beroep in cassatie was gericht tegen de bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden, die het bezwaar van belanghebbende tegen de beëindiging van zijn uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ongegrond had verklaard. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen had op 28 maart 2008 besloten om de uitkering van belanghebbende met ingang van 1 februari 2008 te beëindigen. Dit besluit werd door de Rechtbank en later door de Centrale Raad bevestigd, waarbij ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. In cassatie heeft belanghebbende verschillende klachten ingediend, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze klachten niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat het cassatieberoep niet was ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante artikelen van de WWB, die betrekking hebben op de begrippen gehuwd, ongehuwd en gezamenlijke huishouding. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.