ECLI:NL:HR:2011:BP5999
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsvoering en deelname aan criminele organisatie in hennepzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1980 en werkzaam bij een growshop, was beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk aanwezig hebben van hennep. Het Hof had bewezen verklaard dat de verdachte in de periode van 1 januari 2004 tot en met 7 maart 2006 deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder het overtreden van de Opiumwet. De verdachte had op verschillende tijdstippen hennep en hashish aanwezig gehad in de growshop, waar hij werkzaam was. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de verdachte niet kon leiden tot cassatie, maar dat de bewijsvoering van het Hof onvoldoende was gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze aan zijn oordeel onderworpen was en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral bij delicten die verband houden met georganiseerde criminaliteit.