ECLI:NL:HR:2011:BP1483

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00109
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Wet werk en bijstand

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbenden MX1 en X2 tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 november 2009. De belanghebbenden hadden beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de Centrale Raad, waarbij zij een aantal klachten naar voren hebben gebracht. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, hierna aangeduid als het College, heeft een verweerschrift ingediend. De belanghebbenden hebben hun zaak laten toelichten door mr. K. Bingöl, advocaat te 's-Gravenhage. De reactie van het College op de schriftelijke toelichting is echter niet ingediend door een advocaat, waardoor de Hoge Raad deze niet in overweging heeft genomen.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het cassatieberoep niet is ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen van de Wet werk en bijstand (WWB). De klachten die door de belanghebbenden zijn aangevoerd, kunnen derhalve niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheren die de uitspraak hebben gedaan.

Uitspraak

Nr. 10/00109
21 januari 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van MX1 en X2 te Z (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 november 2009, nrs. 07/5178 WWB; 07/5179 WWB; 08/552 WWB; 08/553 WWB, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen uitspraken van de Rechtbank te Roermond (nr. AWB 06/1882 WWB en nr. AWB 07/785 WWB) betreffende besluiten ingevolge de Wet werk en bijstand (hierna: WWB).
1. Geding in cassatie
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben de zaak doen toelichten door mr. K. Bingöl, advocaat te 's-Gravenhage.
Het College heeft op de schriftelijke toelichting gereageerd. Nu die reactie niet is ingediend door een advocaat, slaat de Hoge Raad daarop geen acht.
2. Beoordeling van de klachten
Ingevolge artikel 80, lid 1, van de WWB kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, van de WWB en de daarop berustende bepalingen.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp en M.W.C. Feteris, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2011.