ECLI:NL:HR:2011:BP0071
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 25 mei 2009, met nummer 22/002420-08. De verdachte, geboren in 1970 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.P. Visser, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken op 15 februari 2011 door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.