ECLI:NL:HR:2011:BO9872
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de kinderrechter bij gelijktijdige vervolging van medeverdachten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de bevoegdheid van de kinderrechter in Haarlem om een jeugdige verdachte te berechten, terwijl zijn medeverdachten door de rechtbank te 's-Gravenhage worden vervolgd. De verdachte, geboren in 1990, was betrokken bij een geweldsdelict tegen een detentiecentrum op 27 december 2007. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de kinderrechter onbevoegd was, omdat de strafvervolging van de verdachte later was aangevangen dan die van zijn mededaders. Dit zou volgens artikel 6, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering betekenen dat de kinderrechter in Haarlem geen bevoegdheid had om de zaak te behandelen.
De Hoge Raad oordeelde echter dat artikel 6, tweede lid, Sv niet in de weg staat aan de behandeling van de zaak door de kinderrechter van de woonplaats van de verdachte, zelfs in het geval van gelijktijdige vervolging. De wetgever heeft met dit voorschrift beoogd dat zaken tegen medeverdachten door dezelfde rechter worden behandeld, maar in dit geval was de situatie zodanig dat de kinderrechter bevoegd was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte en bevestigde de bevoegdheid van de kinderrechter in Haarlem. Tevens werd opgemerkt dat de redelijke termijn van artikel 6, eerste lid, EVRM was overschreden, maar dat dit geen rechtsgevolg met zich meebracht voor de opgelegde straf.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de bevoegdheidsregels in het strafrecht, vooral in situaties waarin meerdere verdachten betrokken zijn bij dezelfde feiten. De Hoge Raad bevestigt hiermee de noodzaak om de belangen van de jeugdige verdachte te waarborgen, terwijl ook de proceseconomie en gelijkheid in straftoemeting in acht worden genomen.