ECLI:NL:HR:2011:BO7522

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01662
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling in verband met verkeersovertredingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het cassatieberoep was gericht tegen de afwijzing van het verzoek tot uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, waaruit blijkt dat [verzoeker] te maken had met een aantal boetes wegens verkeersovertredingen. De kern van de zaak was of [verzoeker] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van deze schulden. De Advocaat-Generaal J. Wuisman had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand zijn gebleven.

Uitspraak

28 januari 2011
Eerste Kamer
10/01662
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 447163/FT-RK 09.2378 van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2010,
b. het arrest in de zaak 200.058.133/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 9 april 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 28 januari 2011.