ECLI:NL:HR:2011:BO3976
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een niet-ontvankelijkverklaring in een strafzaak. De Hoge Raad heeft op 26 april 2011 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 december 2008. De zaak is geregistreerd onder nummer 09/00196. Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, die in zijn schriftuur een middel van cassatie heeft voorgesteld. Deze schriftuur is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal, de heer Vegter, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. Gezien de verwijzing naar een eerder arrest van de Hoge Raad (LJN BO4015) en artikel 81 RO, was er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De uitspraak is gedaan op 26 april 2011.