ECLI:NL:HR:2011:BO2956
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis van de Kantonrechter wegens het ontbreken van een proces-verbaal van de terechtzitting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage. De verdachte was op 23 oktober 2007 door de Kantonrechter veroordeeld tot een geldboete van € 50,- wegens overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Wassenaar. De verdachte heeft binnen drie maanden na de uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelde dat het vonnis van de Kantonrechter niet in stand kon blijven, omdat er geen proces-verbaal van de terechtzitting was opgemaakt waarin het vonnis was aangetekend, zoals vereist door artikel 395 van het Wetboek van Strafvordering. Dit gebrek aan een proces-verbaal stond de beoordeling van de cassatiemiddelen in de weg. De Hoge Raad vernietigde daarom het bestreden vonnis en wees de zaak terug naar de Kantonrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele waarborgen in het strafrecht, met name de noodzaak om vonnissen correct vast te leggen in proces-verbaal.