ECLI:NL:HR:2011:BO2913
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak tegen verdachte A
Op 8 maart 2011 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 18 juni 2009 was gewezen. De zaak betreft een strafzaak tegen de verdachte A, geboren in 1974. Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De raadsman van de verdachte, mr. Th.J. Kelder, heeft het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 8 maart 2011, LJN BO2915, was er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidde tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.