ECLI:NL:HR:2011:BN4348
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 september 2009 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1972. De verdachte was ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden, locatie Zoetermeer'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. G. Spong uit Amsterdam. In de schriftuur zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht en daar deel van uitmaken. De Advocaat-Generaal, de heer Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met de stelling dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest van de Hoge Raad, gewezen op 12 april 2011, verwerpt het beroep in cassatie. De beslissing is genomen door de president en vier raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en is te vinden op rechtspraak.nl.