ECLI:NL:HR:2010:BO6055

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02975
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de schuldsaneringsregeling en afwijzing van verzoeken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 10/02975. De zaak betreft een verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling, dat door de rechtbank Roermond op 27 januari 2010 was toegewezen. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, had een verzoek ingediend, maar de verweerders in cassatie, [Verweerder 1] en [Verweerster 2], waren niet verschenen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof, waarbij het hof op 5 juli 2010 een arrest had gewezen dat aan de Hoge Raad was gehecht. De bewindvoerder had beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere beslissingen van de rechtbank en het hof in stand blijven.

Uitspraak

3 december 2010
Eerste Kamer
10/02975
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de bewindvoerder en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met de insolventienummers 09/161 R - 09/162 R en 010/17 F - 010/18 F van de rechtbank Roermond van 27 januari 2010,
b. het arrest in de zaak HV 200.055.852/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 juli 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de bewindvoerder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 december 2010.