ECLI:NL:HR:2010:BO4914

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01060
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bestuurdersaansprakelijkheid en misbruik identiteitsverschil

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende bestuurdersaansprakelijkheid. De eiser, wonende op Sint Maarten, heeft cassatie ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit vonnis was eerder op 12 december 2008 gewezen en betrof een geschil tussen de eiser en de vennootschap Philipsburg Properties N.V., die ook op Sint Maarten is gevestigd. De eiser heeft in zijn cassatieberoep aangevoerd dat er sprake was van een voldoende ernstig persoonlijk verwijt en dat er misbruik werd gemaakt van een identiteitsverschil, wat zou moeten leiden tot vereenzelviging van entiteiten. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Aangezien het principale beroep faalde, kwam het voorwaardelijk incidentele beroep van Philipsburg Properties niet aan de orde. De Hoge Raad heeft de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 2.286,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
09/01060
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende op Sint Maarten,
EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
advocaten: mr. A.M. van Aerde en mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk,
t e g e n
PHILIPSBURG PROPERTIES N.V.,
gevestigd op Sint Maarten,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Philpro.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak AR 72/2002 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten van 20 mei 2003, 1 juni 2004, 22 februari 2005 en 28 maart 2006,
b. het vonnis in de zaak AR 72/02 - H 124/07 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 12 december 2008, verbeterd bij vonnis van 28 augustus 2009 (verbetervonnis).
Het vonnis van 12 december 2008 van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van 12 december 2008 van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Philpro heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaten en voor Philpro door mr. M.V. Polak, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel in het principale beroep
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Philpro begroot op € 2.286,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.