ECLI:NL:HR:2010:BO4125

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/00888
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake pseudo-koop

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 19 februari 2009 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1981. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. P.W.E. Hoezen, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft op 16 november 2010 uitspraak gedaan. In de beoordeling van de middelen heeft de Hoge Raad vastgesteld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Reglementen voor de Rechtspraak, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche.

Uitspraak

16 november 2010
Strafkamer
Nr. 09/00888
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 19 februari 2009, nummer 21/003404-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.W.E. Hoezen, advocaat te Winterswijk, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 16 november 2010.