ECLI:NL:HR:2010:BO3372
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest wegens onvoldoende bewijs van identiteit verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was beschuldigd van oplichting door goederen te kopen met de intentie deze niet te betalen. De bewezenverklaring steunde op verschillende getuigenverklaringen en proces-verbalen van de politie, waarin werd gesteld dat de verdachte samen met anderen goederen had aangeschaft zonder deze te betalen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de bewijsmiddelen niet voldoende aantoonden dat de verdachte dezelfde persoon was als degene die in de bewijsmiddelen werd genoemd. Dit leidde tot de conclusie dat de bewezenverklaring niet naar de eisen van de wet was gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat deze opnieuw kon worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral als het gaat om de identiteit van de verdachte.