ECLI:NL:HR:2010:BO2417
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over renvooiprocedure en bewijsovereenkomst in civiele zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de Rabobank. De zaak betreft een renvooiprocedure en de hoogte van de vordering, waarbij ook de stelplicht en bewijsovereenkomsten aan de orde kwamen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waartegen [eiser] beroep in cassatie had ingesteld. De Rabobank was niet verschenen in deze procedure.
De advocaat van [eiser], mr. P. Garretsen, heeft de zaak toegelicht, maar de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep van [eiser] verworpen. Tevens is [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Rabobank op nihil zijn begroot.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit behoeft volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.