ECLI:NL:HR:2010:BO2018

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01361
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van verzekeringsvoorwaarden inzake premiebetaling en buitengerechtelijke ontbinding van verzekeringsovereenkomsten

In deze zaak gaat het om de uitleg van verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot premiebetaling en de vraag of een tekortkoming van de verzekeraar bij de inning van de premies de buitengerechtelijke ontbinding van de verzekeringsovereenkomsten door de verzekeringnemer rechtvaardigt. De Hoge Raad heeft op 29 oktober 2010 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, die was ingediend door [eiser] tegen MOVIR N.V. De zaak is eerder behandeld in de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof te Amsterdam, waar de relevante vonnissen en arresten zijn vastgesteld. De advocaat van [eiser] heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een specificatie van de kosten. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

29 oktober 2010
Eerste Kamer
09/01361
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M. de Boorder,
t e g e n
MOVIR N.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Movir.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 360490 / HA ZA 07-145 van de rechtbank Amsterdam van 17 oktober 2007;
b. het arrest in de zaak 200.003.133 van het gerechtshof te Amsterdam van 9 december 2008.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Movir heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 23 september 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Movir begroot op € 516,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 oktober 2010.