ECLI:NL:HR:2010:BO0199
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Toezegging aan werknemer met betrekking tot VUT-uitkering of (pre)pensioen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Stichting ABAB tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vraag of een aan een werknemer gedane toezegging kan worden gekwalificeerd als een VUT-uitkering of een (pre)pensioen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter van 8 maart 2007 en een arrest van het hof van 3 maart 2009. De Stichting ABAB heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat de eerdere beslissing heeft bekrachtigd. De verweerder in deze zaak heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de advocaten van beide partijen, waarbij de advocaat van ABAB ook een schriftelijke reactie heeft gegeven op de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en ABAB veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.