ECLI:NL:HR:2010:BO0184

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04792
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over gebruik van de echtelijke woning na echtscheiding

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over het gebruik van de echtelijke woning na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de vrouw heeft op 22 oktober 2010 schriftelijk op deze conclusie gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 3 december 2010 de beschikking gegeven en het beroep verworpen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

3 december 2010
Eerste Kamer
09/04792
DV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. E.C.M. Hurkens.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 362602/FA RK 07-900 van de rechtbank Amsterdam van 9 juli 2008,
b. de beschikking in de zaak 200.015.370/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 1 september 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw heeft op 22 oktober 2010 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 3 december 2010.