ECLI:NL:HR:2010:BN9359

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00427 A
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van een vonnis door verzuim in de opname van bewijsmiddelen in de Antilliaanse strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 november 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak betreft een verdachte die gedetineerd was in het Huis van Bewaring 'Point Blanche' op Sint Maarten. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. C. Wendenburg. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof verzuimd had de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen in het vonnis, zoals vereist door artikel 402, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen (SvNA). Dit verzuim leidt volgens artikel 402, zevende lid, SvNA tot nietigheid van het vonnis. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de middelen van cassatie niet tot cassatie konden leiden, maar dat het verzuim van het Hof wel degelijk een ernstige tekortkoming was. Hierdoor kon de bestreden uitspraak niet in stand blijven.

De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak verwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van de correcte opname van bewijsmiddelen in vonnissen en de gevolgen van het niet naleven van deze procedurele vereisten.

Uitspraak

2 november 2010
Strafkamer
nr. 10/00427 A
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 10 september 2009, nummer H 94/2009, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring "Point Blanche" op Sint Maarten.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot verwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste, het tweede en het zesde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het vierde middel
3.1. Het middel klaagt dat het bestreden vonnis in strijd met art. 402, eerste lid, SvNA niet de inhoud der gebezigde bewijsmiddelen bevat.
3.2. Art. 402 SvNA luidt, voor zover hier van belang:
"1. Het vonnis bevat het tenlastegelegde alsmede de inhoud van de bewijsmiddelen, voor zover deze tot bewijs daarvan geldt.
(...)
7. Alles op straffe van nietigheid."
3.3. Onder de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich:
a. het bestreden vonnis van 10 september 2009, dat onder "de bewijsmiddelen" inhoudt:
"Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van beroep in cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen."
b. een "bijlage bevattende de bewijsmiddelen", vastgesteld en getekend op 18 november 2009, behorende bij voormeld vonnis.
3.4. Het Hof heeft verzuimd in het bestreden vonnis zelf de inhoud van de bewijsmiddelen op te nemen. Ingevolge art. 402, zevende lid, SvNA leidt dit verzuim tot nietigheid.
3.5. Het middel slaagt.
4. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 2 november 2010.