ECLI:NL:HR:2010:BN9340

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03375 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Hof inzake beklag over inbeslagneming in Turkije

In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de klager, geboren in 1956, zich richtte tot het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beklag over de inbeslagneming van goederen in Turkije. De reden hiervoor was dat niet met voldoende zekerheid was gebleken dat de inbeslagneming op verzoek van Nederland had plaatsgevonden. De klager heeft cassatie ingesteld tegen deze beslissing, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. A.G. van der Plas. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 23 november 2010 uitspraak gedaan in deze zaak. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van het Hof wordt daarmee bevestigd. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en J. de Hullu, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

23 november 2010
Strafkamer
nr. 09/03375 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 maart 2009, nummer RK 005027-05, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. A.G. van der Plas, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsvrouwe heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 november 2010.