ECLI:NL:HR:2010:BN8102
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatie inzake verzoek tot kwijtschelding van studieschuld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 oktober 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 16 april 2010, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda van 29 april 2009 werd behandeld. De Rechtbank had in deze uitspraak geoordeeld over twee besluiten van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep, thans de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die betrekking hadden op een verzoek tot (gedeeltelijke) kwijtschelding van een studieschuld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de appellant. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsgang in bestuursrechtelijke en belastingrechtelijke zaken, vooral in het kader van de behandeling van verzoeken om kwijtschelding van studieschulden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om aan de vereisten voor ontvankelijkheid te voldoen, voordat hun zaak inhoudelijk kan worden behandeld.