ECLI:NL:HR:2010:BN7721
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 november 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 22 oktober 2008 was gewezen. De verdachte, geboren in 1983 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep in cassatie ingesteld. De verdediging, vertegenwoordigd door de advocaten mr. B.P. de Boer en mr. A.J. van der Velden, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en verzocht om een beslissing op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad heeft het verzoek van de verdediging tot het oproepen van getuigen afgewezen. De Hoge Raad oordeelde dat het middel, dat zich richtte tegen de afwijzing van het getuigenverzoek door het Hof, terecht was voorgesteld op de gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal waren vermeld. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan op het bestaande hoger beroep.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de mogelijkheden van de verdediging om getuigen op te roepen in cassatieprocedures onderstreept. De beslissing benadrukt ook de rol van de Advocaat-Generaal in het cassatieproces en de mogelijkheid voor de Hoge Raad om een arrest te vernietigen en de zaak terug te verwijzen voor herbehandeling.