ECLI:NL:HR:2010:BN7105

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00208
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep na overlijden procespartij in appèl

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 08/00208. De zaak betreft een geschil waarin de eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Grabandt, in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak. De verweerder in cassatie was niet verschenen. De Hoge Raad verwijst naar een tussenarrest van 6 november 2009, waarin was bepaald dat het parket de gelegenheid zou krijgen om nader te concluderen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn nadere conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep inderdaad verworpen en de eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, welke kosten aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter, samen met de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

De kern van de zaak betreft de vraag of het geding kon worden voortgezet op naam van de oorspronkelijke partij na het overlijden van een procespartij tijdens het appel, zoals geregeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat een nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

29 oktober 2010
Eerste Kamer
08/00208
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].
1. Het geding
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar zijn tussenarrest van 6 november 2009. In dit arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat het parket de gelegenheid zal krijgen nader te concluderen.
De nadere conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op
29 oktober 2010.