ECLI:NL:HR:2010:BN6373

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01673
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksvermogensrechtelijke afwikkeling tussen voormalig echtelieden met betrekking tot erfpachtrecht

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalig echtelieden over de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun huwelijk, specifiek met betrekking tot de huwelijkse voorwaarden. De vrouw, eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Arnhem. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De vrouw stelt dat zij recht heeft op een deel van de winst die de man heeft behaald uit de verkoop van een erfpachtrecht dat tot zijn privé-vermogen behoort, op basis van redelijkheid en billijkheid. De man, verweerder in cassatie, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij ook de plaatsvervangend Procureur-Generaal zijn conclusie heeft gepresenteerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 15 oktober 2010.

Uitspraak

15 oktober 2010
Eerste Kamer
09/01673
DV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats], Polen,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. Brandt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 94200/HA ZA 04-244 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 1 maart 2006;
b. de arresten in de zaak 104.002.319 van het gerechtshof te Arnhem van 20 mei 2008 en 20 januari 2009.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de man mede door mr. M.A.M. Essed, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 15 oktober 2010.