ECLI:NL:HR:2010:BN6190
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en vergoeding conform sociaal plan
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over kennelijk onredelijk ontslag in de zin van artikel 7:681 van het Burgerlijk Wetboek. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.J.W. Alt, had cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, dat op 25 november 2008 was gewezen. De zaak betrof de vraag of het ontslag van eiseres door haar werkgever, INSTALLIX B.V. (voorheen VOLKER WESSELS TELECOM INSTALLATIES B.V.), als kennelijk onredelijk kon worden aangemerkt en of eiseres recht had op een vergoeding conform het sociaal plan van de onderneming.
De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en het verloop van het geding in feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Amersfoort van 14 februari 2007. De advocaat-generaal L. Timmerman had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gemotiveerd met verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit bleek dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder, INSTALLIX B.V., zijn begroot op € 4.571,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de toepassing van de regels omtrent kennelijk onredelijk ontslag en de bijbehorende vergoedingen.