ECLI:NL:HR:2010:BN4324
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van betekening en woonplaats in het buitenland in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1963, had zijn woon- of verblijfplaats niet opgegeven bij zijn vertrek naar het buitenland, wat leidde tot complicaties bij de betekening van de appeldagvaarding. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet kon aannemen dat de woon- of verblijfplaats van de verdachte in het buitenland niet bekend was zonder dat er navraag was gedaan bij de gemeente. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof, maar de Hoge Raad oordeelde dat de zaak niet tot cassatie hoefde te leiden. Dit was gebaseerd op de vaststelling dat de verdachte bij zijn vertrek geen adresgegevens had opgegeven, wat de rechtsgeldigheid van de betekening niet in twijfel trok. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beslissing van het Hof, waarbij het middel niet leidt tot cassatie omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.