ECLI:NL:HR:2010:BN0030

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02645
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen in een strafzaak met betrekking tot cocaïne

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1974 en ten tijde van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland op 7 oktober 2008 te Schiphol. Het Gerechtshof had de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een vliegticket, instapkaarten, een simkaart en een geldbedrag van € 2.000,-, verbeurd verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de verbeurdverklaring van de simkaart en het geldbedrag onvoldoende had gemotiveerd. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel ten aanzien van de opgelegde straf en de verbeurdverklaring van de simkaart en het geldbedrag. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak in die zin en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling van deze onderdelen. De overige onderdelen van het beroep werden verworpen.

Uitspraak

28 september 2010
Strafkamer
Nr. 09/02645
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 juni 2009, nummer 23/000186-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel ten aanzien van de daarbij opgelegde straf, tot terugwijzing van de zaak naar het Hof zodat deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel komt op tegen 's Hofs beslissing tot verbeurdverklaring.
2.2. Ten laste van de verdachte heeft het Hof bewezenverklaard dat:
"hij op 7 oktober 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne."
2.3. De bestreden uitspraak houdt het volgende in:
"De hierna als zodanig te melden inbeslaggenomen voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurdverklaard en zijn daarvoor vatbaar aangezien het bewezengeachte met betrekking tot die voorwerpen is begaan."
en voorts
"Beslissing
Het hof:
(...)
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een vliegticket op naam van de verdachte
- twee instapkaarten op naam van de verdachte
- een simkaart van het merk Telfort
- een geldbedrag van € 2.000,-."
2.4. In aanmerking genomen dat ten laste van de verdachte is bewezenverklaard - zakelijk weergegeven - dat hij te Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, is het oordeel van het Hof dat het bewezenverklaarde feit met betrekking tot het vliegticket en de twee instapkaarten is begaan, niet onbegrijpelijk. Dat is anders ten aanzien van de simkaart en het geldbedrag. Het Hof had de verbeurdverklaring van die voorwerpen nader dienen te motiveren. Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de opgelegde gevangenisstraf en de verbeurdverklaring van een simkaart van het merk Telfort en een geldbedrag van € 2.000,-;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 28 september 2010.