ECLI:NL:HR:2010:BM7357
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Navordering inkomstenbelasting en nieuw feit bij film-CV's
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd over het jaar 2000. Na bezwaar tegen deze navorderingsaanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd.
Tegen de uitspraken van het Hof heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld, waarbij verschillende klachten zijn aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende schriftelijk heeft gereageerd. De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 11 mei 2010 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. In de beoordeling van de klachten is vastgesteld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, A.R. Leemreis, E.N. Punt en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is in het openbaar uitgesproken op 12 november 2010.