ECLI:NL:HR:2010:BM6235

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00687
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak met betrekking tot taakstraf en vervangende hechtenis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in 1956 is geboren en woonachtig is in Nederland. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. H.G.A.M. Halfers, advocaat te Rotterdam. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel met betrekking tot het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De taakstraf is verminderd tot 228 uren en de vervangende hechtenis tot 114 dagen.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Bovendien heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, wat heeft geleid tot de vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf.

De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De beslissing van de Hoge Raad is daarmee definitief en de zaak is afgesloten met de vaststelling van de nieuwe strafmaat.

Uitspraak

1 juni 2010
Strafkamer
Nr. 08/00687
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 februari 2008, nummer 23/006495-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H.G.A.M. Halfers, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
4. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 3 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis;
vermindert het aantal uren taakstraf in die zin dat dit 228 uren bedraagt;
vermindert de duur van de vervangende hechtenis in die zin dat deze 114 dagen beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 1 juni 2010.