ECLI:NL:HR:2010:BM6235
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak met betrekking tot taakstraf en vervangende hechtenis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in 1956 is geboren en woonachtig is in Nederland. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. H.G.A.M. Halfers, advocaat te Rotterdam. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel met betrekking tot het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De taakstraf is verminderd tot 228 uren en de vervangende hechtenis tot 114 dagen.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Bovendien heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, wat heeft geleid tot de vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf.
De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De beslissing van de Hoge Raad is daarmee definitief en de zaak is afgesloten met de vaststelling van de nieuwe strafmaat.