ECLI:NL:HR:2010:BM5846

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04072
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de gevolgen van nietig beslag en schadevergoeding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de gevolgen van een nietig beslag en de vraag of er schadevergoeding kan worden toegewezen. De zaak betreft een verzoekster en een verweerster, beiden gevestigd op Sint Maarten, Nederlandse Antillen. De verzoekster heeft cassatie ingesteld tegen een eindvonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 20 juni 2008 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen in de zaak, waaronder een vonnis van het gerecht in eerste aanleg van 17 januari 2006 en een tussenvonnis van 31 augustus 2007.

De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoekster beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verzoekster en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 351,65 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

10 september 2010
Eerste Kamer
08/04072
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
gevestigd op Sint Maarten, Nederlandse Antillen,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende op Sint Maarten, Nederlandse Antillen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. S. Kousedghi.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak AR 135/05 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten van 17 januari 2006;
b. het tussenvonnis in de zaak AR 135/05 - H 336/06 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 31 augustus 2007;
c. het eindvonnis in de zaak AR 135/05 - H 336/06 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 20 juni 2008.
Het vonnis van het hof van 20 juni 2008 is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindvonnis van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor [verzoekster] toegelicht door mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk en mr. M.W.E. Lohman, beiden advocaat bij de Hoge Raad, en voor [verweerster] door haar advocaat en mr. H.J.W. Alt, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 351,65 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 10 september 2010.