ECLI:NL:HR:2010:BM5117
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid van beroep tegen aansprakelijkstelling voor belasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontvankelijkheid van een beroep tegen een beschikking tot aansprakelijkstelling voor loonbelasting en omzetbelasting. De belanghebbende was bij beschikking van de Ontvanger op 24 augustus 2007 aansprakelijk gesteld voor de belastingverplichtingen van A B.V. te Q. Na bezwaar tegen deze beschikking, handhaafde de Ontvanger zijn besluit. De Rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende op 23 juni 2008 niet-ontvankelijk, omdat de gronden van het beroep ontbraken. De belanghebbende heeft hiertegen verzet aangetekend, maar de Rechtbank verklaarde dit verzet ongegrond. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Rechtbank voldoende rekening heeft gehouden met de betwisting van de ontvangst van stukken die de ontvankelijkheid van het beroep raken. De Rechtbank had de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende gronden van het beroep binnen een bepaalde termijn in te dienen. Ondanks een verzoek om uitstel, heeft de belanghebbende zijn beroep niet tijdig van gronden voorzien. De Hoge Raad oordeelde dat het op de weg van de belanghebbende lag om tijdig te reageren op de verzoeken van de Rechtbank en dat de Rechtbank niet verplicht was om stukken aangetekend te verzenden.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van de Rechtbank in stand bleef. Dit arrest benadrukt het belang van tijdige indiening van processtukken en de verantwoordelijkheden van de belanghebbende in het proces.