ECLI:NL:HR:2010:BM5077
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met betrekking tot inbreuk op persoonlijke levenssfeer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte had beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om de aangeefster als getuige te horen. Het Hof had geoordeeld dat de noodzaak tot het horen van de getuige niet was gebleken, en dit oordeel werd door de Hoge Raad getoetst. De verdachte was beschuldigd van het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster, door onder andere brieven te sturen en haar te bedreigen. De verdediging stelde dat het horen van de aangeefster noodzakelijk was om haar verklaring op betrouwbaarheid te toetsen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de juiste maatstaf had toegepast, maar dat de afwijzing van het verzoek om de aangeefster te horen niet begrijpelijk was zonder nadere motivering. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor een nieuwe behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van het horen van getuigen in strafzaken, vooral wanneer de betrouwbaarheid van hun verklaringen ter discussie staat.