ECLI:NL:HR:2010:BM1844

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00448
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling op grond van de Faillissementswet

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een man die verzocht om toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 288 lid 1, aanhef en onder b, van de Faillissementswet. De man, aangeduid als verzoeker tot cassatie, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Haarlem, dat op 8 september 2009 was afgewezen. Vervolgens had het gerechtshof te Amsterdam op 26 januari 2010 het arrest gewezen, waartegen de man cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar de stukken van de feitelijke instanties en constateert dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

18 juni 2010
Eerste Kamer
10/00448
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 155317 van de rechtbank Haarlem van 8 september 2009,
b. het arrest in de zaak 200.042.452/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 26 januari 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 juni 2010.