ECLI:NL:HR:2010:BM1675
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering op basis van niet-naleving van informatie- en afdrachtplicht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering op grond van de Faillissementswet. De verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. de Boorder, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de verzoeker niet voldeed aan zijn informatieplicht en afdrachtplicht zoals voorgeschreven in artikel 350 van de Faillissementswet. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van de verzoeker niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verzoeker, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, die tevens de voorzitter was van de zitting.