ECLI:NL:HR:2010:BM1675

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00322
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering op basis van niet-naleving van informatie- en afdrachtplicht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering op grond van de Faillissementswet. De verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. de Boorder, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de verzoeker niet voldeed aan zijn informatieplicht en afdrachtplicht zoals voorgeschreven in artikel 350 van de Faillissementswet. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van de verzoeker niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verzoeker, waarmee de beslissing van het hof in stand blijft. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein, die tevens de voorzitter was van de zitting.

Uitspraak

18 juni 2010
Eerste Kamer
10/00322
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M. de Boorder.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 08/259 R van de rechtbank 's-Gravenhage van 29 oktober 2009,
b. het arrest in de zaak 200.047.493/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 januari 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 juni 2010.