ECLI:NL:HR:2010:BM0942
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op aftrek van voorbelasting in verband met gebruik van goederen voor belaste handelingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig te Amstelveen, was aangeklaagd voor het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting. De verdediging stelde dat de verdachte recht had op aftrek van voorbelasting op basis van de Wet omzetbelasting 1968 en de Zesde Richtlijn 77/388/EEG. De Hoge Raad oordeelde dat de verdediging in feitelijke aanleg niet had aangetoond dat de goederen daadwerkelijk voor belaste handelingen waren gebruikt. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de hoogte van de opgelegde geldboete en de duur van de vervangende hechtenis. De geldboete werd verlaagd naar € 5.400,- en de duur van de vervangende hechtenis naar 54 dagen. De Hoge Raad concludeerde dat de vaststellingen van het Hof onvoldoende grond boden voor het oordeel dat de verdachte de auto’s had gebruikt in het kader van zijn onderneming. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van het gebruik van goederen voor belaste handelingen om recht te hebben op aftrek van voorbelasting.