ECLI:NL:HR:2010:BM0278

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/04520
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • B.C. de Savornin Lohman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid hoger beroep en betekening oproeping in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. De verdachte, geboren in 1954 en ten tijde van de betekening zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring in het hoger beroep. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A. van der Toorn, stelde dat de beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring onterecht was, met name vanwege de betekening van de oproeping voor de (nadere) terechtzitting in eerste aanleg op 2 februari 2007. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof de niet-ontvankelijkverklaring niet had gebaseerd op de betekening van de oproeping, maar op andere gronden die in cassatie niet werden bestreden. Hierdoor kon het middel niet tot cassatie leiden. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof, maar de Hoge Raad verwierp het beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de gronden waarop een niet-ontvankelijkverklaring is gebaseerd en de rol van betekening in het proces.

Uitspraak

1 juni 2010
Strafkamer
Nr. 08/04520
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 maart 2008, nummer 20/002277-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A. van der Toorn, advocaat te Roermond, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in het hoger beroep.
2.2. Het middel bestrijdt de beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring in het hoger beroep met een betoog omtrent de betekening van de oproeping voor de (nadere) terechtzitting in eerste aanleg van 2 februari 2007.
Het middel ziet eraan voorbij dat het Hof de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep niet (mede) heeft doen steunen op enig oordeel omtrent de betekening van die oproeping, maar op andere gronden. Nu die gronden in cassatie niet worden bestreden, kan het middel niet tot cassatie leiden.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en B.C. de Savornin Lohman, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken op 1 juni 2010.