ECLI:NL:HR:2010:BM0253

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03789
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing getuigenverzoek in cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 27 november 2007. De verdachte, geboren in 1958 en ten tijde van de betekening zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft beroep in cassatie ingesteld. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. H. Loonstein, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft het verzoek van de verdediging tot het horen van een getuige afgewezen. De beoordeling van het tweede middel, dat zich richtte tegen deze afwijzing, is door de Hoge Raad als terecht voorgesteld beoordeeld. De gronden van de Advocaat-Generaal, die in de conclusie zijn uiteengezet, zijn door de Hoge Raad overgenomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, en heeft de overige middelen geen bespreking behoeven.

De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat het bestreden arrest wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche.

Uitspraak

14 december 2010
Strafkamer
nr. 08/03789
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 november 2007, nummer 23/001807-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H. Loonstein, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt over de afwijzing door het Hof van het verzoek van de verdediging tot het horen van [betrokkene 1] als getuige.
2.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 15 tot en met 20 is het middel terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 14 december 2010.