ECLI:NL:HR:2010:BM0140

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03714
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en toedeling zorg- en opvoedingstaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de toedeling van zorg- en opvoedingstaken. De zaak betreft verzoeker, wonende te [woonplaats], die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem. De beschikking van het hof was gebaseerd op eerdere beschikkingen van de rechtbank Almelo, gedateerd 27 augustus 2007 en 3 september 2008. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere beschikkingen voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.

De verzoeker heeft geen verweerschrift ingediend, en de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het familierecht, met name in zaken die betrekking hebben op de zorg- en opvoedingstaken na een echtscheiding.

Uitspraak

4 juni 2010
Eerste Kamer
09/03714
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 82658/ES RK 06-1118 van de rechtbank Almelo van 27 augustus 2007 en 3 september 2008,
b. de beschikking in de zaak 200.018.710 van het gerechtshof te Arnhem van 16 juni 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 juni 2010.