ECLI:NL:HR:2010:BL9548

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01847
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen voormalige echtelieden en uitleg van huwelijkse voorwaarden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit hof had op 10 februari 2009 een beschikking gegeven in de zaak die voortvloeide uit de huwelijkse voorwaarden van de partijen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Groningen, waarin de feiten van de zaak zijn uiteengezet. De kern van het geschil betreft de uitleg van de akte houdende huwelijkse voorwaarden en de bepaling van het verrekeningsbedrag, waarbij de beginwaarde van de woning in acht moet worden genomen. De vraag die centraal staat is of alleen de overwaarde van het woongedeelte bij helfte moet worden verdeeld, zoals de vrouw stelt, of dat er meer factoren in aanmerking moeten worden genomen. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekt. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de beschikking van het hof.

Uitspraak

4 juni 2010
Eerste Kamer
09/01847
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 74340/FA RK 04-1670 van de rechtbank Groningen van 1 maart 2005, 23 juni 2005, 9 mei 2006 en 8 januari 2008,
b. de beschikking in de zaak 107.004.925 (rekestnummer 0800279) van het gerechtshof te Leeuwarden van 10 februari 2009.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 juni 2010.