ECLI:NL:HR:2010:BL9548
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen voormalige echtelieden en uitleg van huwelijkse voorwaarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit hof had op 10 februari 2009 een beschikking gegeven in de zaak die voortvloeide uit de huwelijkse voorwaarden van de partijen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Groningen, waarin de feiten van de zaak zijn uiteengezet. De kern van het geschil betreft de uitleg van de akte houdende huwelijkse voorwaarden en de bepaling van het verrekeningsbedrag, waarbij de beginwaarde van de woning in acht moet worden genomen. De vraag die centraal staat is of alleen de overwaarde van het woongedeelte bij helfte moet worden verdeeld, zoals de vrouw stelt, of dat er meer factoren in aanmerking moeten worden genomen. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekt. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de beschikking van het hof.